Afdeling 6.16. Systeem voor gebouwautomatisering en -controle, bestaande bouw
Artikel 6.63. Aansturingsartikel
1.
Een bouwwerk, anders dan een woonfunctie, met een verwarmings-systeem of gecombineerd ruimteverwarmings- en ventilatiesysteem met een nominaal vermogen van meer dan 290 kW of een airconditioning-systeem of gecombineerd airconditioning- en ventilatiesysteem met een nominaal vermogen van meer dan 290 kW heeft met ingang van 1 januari 2026 een systeem voor gebouwautomatisering en -controle.
2.
Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan door toepassing van de voorschriften gesteld bij of krachtens deze afdeling.
Artikel 6.64. Systeem voor gebouwautomatisering en -controle
1.
Het systeem voor gebouwautomatisering en -controle als bedoeld in artikel 6.63, eerste lid, is in staat:
-
a.
het energieverbruik permanent te controleren, bij te houden, te analyseren en de bijsturing ervan mogelijk te maken;
-
b.
de energie-efficiëntie van het gebouw te toetsen, rendementsver-liezen van technische bouwsystemen op te sporen, en de beheerder van de voorzieningen of technische bouwsystemen te informeren over de mogelijkheden om de energie-efficiëntie te verbeteren; en
-
c.
communicatie met verbonden technische bouwsystemen en andere apparaten in het gebouw mogelijk te maken, en interoperabel te zijn met technische bouwsystemen van verschillende soorten eigendomstechno-logieën, toestellen en fabrikanten.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven over het in dit artikel bepaalde.